van Fraser Island tot Sydney

Hallo allemaal!

Tijd om jullie weer eens op de hoogte te houden en even bij te kletsen over de laatste weken. We maken even een sprongetje in de tijd. We gaan zo'n kleine 3 weken terug. Na onze zeiltrip door de 'whitsundays' zijn we doorgereisd naar Rainbowbeach, de opstapplek voor Fraser Island. Voor ons vertrek naar het eiland, hebben we nog de tijd genomen om in Rainbowbeach een ochtendje surfles te nemen. Het was voor beiden flink ploeteren om met de sterke stroming met ons bord achter de golven te komen. We hebben erg gelachen en naast veel zouthappen ook wat leuke rides gemaakt. De rest van de dag waren we uitgeteld, we moesten even bijkomen voordat we dat weekend het eiland opgingen. Na een uitgebreide breefing met safety instructions en do's en dont's op Fraser Island. Zijn we met een groep van 11 man voor 3 dagen met een 4 wheel drive-truck, tenten en proviant het eiland op gegaan. Het zelf mogen rijden over strand, duinen en door bossen was een kicken ervaring. Het eiland had veel moois te bieden van prachtige uitzichten over de kust tot kraakheldere meren, tropische bossen en het bekende shipwreck in de branding. De foto's getuigen van een prachtig weekend met mooie kampeerervaringen in het bos en aan strand.

Na al het zand uit onze oren te hebben gewassen, hebben we Fraser Island en Rainbowbeach geruild voor Brisbane. Brisbane is een van de grootste steden aan de westkust. We hebben hier onze tijd gebruikt om een huurauto te regelen en ons op te laden voor ons eigen kampeeravontuur langs de westkust naar Sydney. Met succes hebben we voor 12 dagen een Toyota Camry kunnen huren, een heerlijke wagen met automaat en airco, vrij luxe voor ons doen. Het 'opladen' in Brisbane verliep echter niet al te soepel. Na dag 1 kregen we opeens heel veel last van jeuk en tientallen 'muggenbultjes' over ons hele lijf. 's Avonds teruggekomen bij het hostel met elk 50 bultjes rijker werd het probleem duidelijk: 'Bedbugs'. Bedbugs zijn net als muggen bloedzuigende beestjes, maar nestelen zich in bedden en linnengoed, kleding en..nou ja,.. eigenlijk alles wat je maar kan bedenken. Zo vormen ze een soort 'vlooi-achtige plaag' en de enige manier om er vanaf te komen is om heel je hebben en houden heet te wassen en te drogen. Onze kamer is daarna geisoleerd en zou worden gesprayd om dit ongedierte te verwijderen. Zelf zijn we een hele ochtend bezig geweest om onszelf en onze bepakking volledig bedbug vrij te maken. Na een paar panische dagen en nachten denken we er nu vanaf te zijn. Er zijn immers geen bultjes meer bijgekomen en de jeuk is verdwenen.

Eindelijk konden we weg uit brisbane met onze eigen auto. We hebben alle hostels en feestende touristen achter ons gelaten en gekozen voor wat meer rust en ruimte op campings langs prachtige kustlijnen. Het eerste plaatsje in deze reeks was Burleigh Heads. Met een paar passen van onze camping waren we getuige van de australische 'surf-gekte' en konden we een klein nationaal park in met prachtige uitzichten.
Na Burleigh heads, was Byron Bay aan de beurt. Opnieuw een 'surf-mekka', met onze camping op een uistekende locatie. Hier hebben we vanaf de camping een wandeling gemaakt naar Australisch meest Oostelijke punt. Met uitzicht bij een vuurtoren hebben we ontbeten en waren we getuigen van een spactaculaire voorbijgang van een familie Bultrug-walvissen die naar het zuiden migreren. Mooier konden we de dag niet beginnen. Later die dag hebben we nog wat gesurft en gerust aan het strand.
Na een paar overnachtingen op deze luxe campings, wilden we wel eens wat meer van het 'bush-camping' ervaren. Na een flinke rit met lange afgelegen grintpaden belandden we in een national park bij Minnie Water. Geen douches en slechts een primitief toilet hadden zo z'n charmes. Ook een kampvuurtje maken hoort bij zo'n bush-camp.
Vanwege ons beperkte proviant konden we slechts 1 nachtje afgezonderd kamperen. We zijn doorgereden naar Nambucca Heads, hebben hier een wasje gedaan en een nachtje geslapen. Vervolgens doorgereisd naar South West Rocks, alwaar we hebben genoten van een boek bij het zwembad. We hebben zelfs 's avonds een dvd-tje gehuurd om in de tv-room bij de camping te bekijken. Dit soort luxe is toch ook wel heel erg lekker.
De dag erna hebben we koers gezet naar Seal Rocks, een afgelegen idillisch kustplaatsje met een prachtige baai. Onderweg hierheen hebben we een tussenstop gemaakt bij het Koala Hospital in Port Mcquirie. In dit hospital worden Koala's geholpen met diverse virussen en infecties. Ook worden vroeggeborenen uit overleden moeders (na aanrijdingen met auto's)gehaald en groot gebracht. En door de vele bosbranden in Australie komen er ook veel met brandletsel binnen die verzorging nodig hebben. Indrukwekkend hoe vrijwilligers zich hier keihard inzetten voor de overleving van deze Koala's. En wat is het toch een (bijna nep) schattig diertje...

Na Seal Rocks en het 'Lake district' bewonderd te hebben zijn we het 'binnenland' ingeslagen, naar Cessnock om precies te zijn. Hier hebben we een ander stukje Australie geproefd. Letterlijk! Cessnock ligt in 'the Hunter Valley', Australisch' oudste wijnregio. Een paar proeverijen konden we uiteraard niet overslaan. Na al die mooie kustgebieden was het aanschouwen van een ander soort landschap fijn voor de afwisseling. We hebben genoten van deze mooie wijnregio.
Nu we toch aan afwisseling toewaren, zijn we na een overnachting in Cessnock, doorgereden naar de Blue-Mountains. We hebben gekozen om langs het Noorden dit Nationale Park te benaderen en Sydney nog even 'links' te laten liggen.
Katoomba was onze uitvalsbasis in de blue mountains. We hebben hier 2 nachten gekampeerd. Helaas was het weer niet al te best en lagen de blue-mountains verhuld in Mist en nevel. Ondanks het beperkte uitzicht konden we zien dat het een waanzinng mooi gebied betreft. Touristisch is het wel, als je op uitkijkpunten komt voor 'the three sisters'. Het bezoek aan de blue mountains was zeker de moeite waard.

Toen kwam Sydney. Tja, waar blijf je in zo'n grote stad? Het leek ons fijner om het kamp op te slaan net buiten de stad. En daar staan we nu sinds afgelopen zondag. Gisteren en zondag zijn we de stad ingegaan. Vanaf onze camping tot aan 'the harbour bridge' en 'Opera house' zo'n anderhalf uur met bus en trein. Alsof je in Breda gaat kamperen om in Amsterdam de Dam te fotograferen. Maar goed, het werkt... Iedereen kent de plaatjes van deze stad, wij hebben er ook een paar.

Na 2 dagen hebben het wel even gehad met de drukte van de stad. Wat gaat alles toch snel in deze weken. Soms ontbreekt de rust om even terug te blikken, maar daarom pakken we ook zo'n dag als vandaag. Op het gemakje opstaan, ontbijten en bubbelen in het spa-bad op de camping. Zo'n verhaal schrijven en lezen is ook terugkijken, met een brede glimlach.
We hebben de auto ingeleverd en pakken morgen het vliegtuig naar Melbourne. Hier hebben we nog 6 dagen om Melbourne en een stukje Great Ocean road in ons op te nemen. Op 10 noveber vliegen we alweer naar Nieuw-Zeeland, wauw! Wat boffen we toch....